Met tweehonderd frank en een streepjeshemd naar mijn eerste fuif

Enkele weken na mijn zestiende verjaardag sprak mijn moeder de gevleugelde woorden: 'ge weet toch dat ge nu moogt uitgaan?' Toevallig spraken de jongens in mijn klas al enkele dagen over een fuif die zou doorgaan de volgende zaterdag in De Volkslust in Merksem. Mijn eerste fuif zat eraan te komen!

Uiteraard kreeg ik een uur mee: half een. En nee, dat was niet het uur dat ik de volgende dag ten laatste uit mijn bed moest zijn. Het was het uur dat ik thuis moest zijn. Half een!

Om negen uur maakte ik met kriebels in de buik en hopen deodorant onder de armen aanstalten om te vertrekken. Papa zei allicht nog iets van: 'neem een zakdoek mee, vergeet uw sleutels niet en geld!'. Ik keek in mijn portefeuille en zag twee briefjes gespaard zakgeld klaar zitten. Tweehonderd frank, dat moest volstaan.

Om tien na negen kwam ik aan bij De Volkslust en parkeerde ik mijn fiets bij de andere zesduizend. Ik liep naar binnen, gaf mijn jas aan het mooie vestiairemeisje (- twintig frank) en betaalde inkom (- vijftig frank). Ik keek trots naar mijn eerste fuifstempel en zwaaide de deuren van de grote zaal van de Volkslust open.

Wat ik daar zag, heeft mij diep geraakt. Een zaal vol dansende lijven. Met 'Don't you want me' van Felix dat uit de boxen knalde alsof ze het in Schoten ook moesten horen. Ik wist niet wat ik zag en ik wist ook niet welke houding ik moest aannemen. Gelukkig herkende ik snel mijn klasgenootjes. Samen dronken we een pintje (- dertig frank) om in de sfeer te komen. En toen nog een pintje (- dertig frank) en wat later nog een (- dertig frank).

Dan was het zover, het grunge-uurtje was aangebroken en ik volgde mijn kompanen naar de dansvloer. Onderweg kreeg ik van een meisje te horen dat streepjeshemden echt totaal uit de mode zijn. Maar ik liet mij niet uit mijn lood slaan en wandelde stoer verder naar het epicentrum van De Volkslust. Op Alive van Pearl Jam stond ik nog gewoon mee te knikken. Op Suck My Kiss van the Peppers voelde ik mijn heupen wakker worden. En op Smells Like Teen Spirit was het hek van de dam. Headbangen met ingebeeld lang haar, pogoën met alle mogelijke lichaamsdelen en luidkeels meebrullen. 'Here we are now, entertain us!'

Het werd snel kwart na twaalf. Nog snel een laatste drankje, een lekker mazoutje deze keer (- dertig frank), mijn jas ophalen en recht naar huis waar mama en papa natuurlijk 'toevallig' nog wakker waren. Mijn eerste fuif zat erop en ik had nog tien frank over. Wat een succes!

Blij zijn met tien frank (vijfentwintig eurocent), waar is de tijd?



100, Merksem, Bolero (1928)

Vandaag zou bompa Daems 100 jaar geworden zijn. "Attention hè!" was zijn gemeend/gespeeld favoriete uitspraak. Werd gebruikt als we ons bord niet leegaten of als we te wild aan het spelen waren in de zetel of als we de bal weer eens over de muur hadden gesjot in de tuin.

Heb ik al eens gezegd dat ik ooit een boek wil schrijven over hem? Heb ik al eens gezegd dat ik in mijn hoofd eigenlijk al aan het schrijven ben?

Dit was één van zijn favoriete muziekstukjes. Misschien nog leuke schrijfachtergrondmuziek, moet ik eens uittesten!

11, Merksem, Against All Odds (2004)

Wees als een postzegel, laat niet los voordat je je bestemming hebt bereikt. Tot je terechtkomt in een lavabo met lauw water waar je door een 11-jarig jongetje bent ingelegd om je van je envelop af te weken. Wanneer je definitief afscheid hebt genomen van je medereiziger dan word je te drogen gelegd. Om daarna met een daartoe aangekochte pincet in een album te worden gestoken. Mooi, in een speciaal daarvoor mooi geknipt plastiekje. Naast allemaal andere postzegels, je vriendjes voor de komende jaren.

En dan ligt die album jarenlang niets te doen in een garage. Tot je melancholisch baasje je herinnert en je met album en al meeneemt naar zijn huis. En je opnieuw wordt bewonderd.

Mijn bompa verzamelde jarenlang postzegels en ik, dankzij hem, ook (toch één jaar denk ik, daarna was ik het beu en had ik weer een andere hobby: met de rennerkes spelen bijvoorbeeld). Volgens een of andere catalogus uit 1987 was onderstaande reeks toen al duizenden franken waard. En dat ging alleen maar stijgen met de jaren.
De grote ontnuchtering kwam er enkele maanden geleden met een artikel in Humo. Postzegels zijn niets meer waard, er is een overaanbod en je mag blij zijn als een verzamelaar 10 euro biedt voor een verzameling van 1.000 postzegels ... Niets meer waard dus. Maar ik blijf ze mooi vinden:





7 ofzoiets, Merksem, The Muppet Show (2011)

De geweldigheid van een weekend is recht evenredig met het zondagavondbluesgevoel. Bij mij toch. Kom ik op het wereldwijde web toch geen opkikker van jewelste tegen zeker. Een opkikker (ja, zo'n goeie woordspeling, die mag twee keer gebruikt worden) die ik vroeger, toen ik klein was, ook op zondagavond tot mij nam. The Muppet Show! (bent u nu mee met de woorspeling? Kermit? De Kikker?) Bij bomma en bompa Daems in de zetel, ergens tussen Het Liegebeest en Studio Sport in. Met zoveel hoogtepunten. En met het hoogste hoogtepunt van de in het hoogste balkon zittende Statler en Waldorf. Straks in een filmzaal near you.

STATLER: Boo!
WALDORF: Boooo!
S: That was the worst thing I’ve ever heard!
W: It was terrible!
S: Horrendous!
W: Well it wasn’t that bad.
S: Oh, yeah?
W: Well, there were parts of it I liked!
S: Well, I liked alot of it.
W: Yeah, it was GOOD actually.
S: It was great!
W: It was wonderful!
S: Yeah, bravo!
W: More!
S: More!
W: More!
S: More!



26, Merksem, Pink Panther Theme (1963)


Ballast is de kunstmatige verzwaring van iets om de stevigheid en stabiliteit te vergroten. Volgens Wikipedia. Volgens Igor kan het geen kwaad om af en toe wat ballast kwijt te spelen. Zo heb ik ooit, op een blauwe dinsdag, een zware doos vol oude liefdesbrieven, foto's, kaartjes, teksten ... bij het oud papier gezet. En daar heb ik eigenlijk nog geen seconde spijt van gehad. Zo gooi ik ook regelmatig kleren weg (recht in de daartoe bestemde containers, natuurlijk). En rommel is niet meer dan een tijdelijke bezoeker bij mij. Ik probeer te leven volgens het principe "hoe opgeruimder mijn huis, hoe helderder mijn hoofd".

Vanavond is het tijd om afscheid te nemen van iets dat al veel te lang stof staat te verzamelen in mijn schrijfkamer: mijn basgitaar. De laatste keer dat ik echt heb gespeeld op dat instrument dateert van de periode van mijn zolderkamer in de Oude Kerkstraat, ergens begin deze eeuw. Sindsdien hebben enkel sterke handen van helpende verhuizers fysiek contact gehad met de basgitaar. Het is nooit echt goed aan geweest tussen ons, misschien heeft mijn relatie met mijn akoestische gitaar daar iets mee te maken. Is jaloezie de boosdoener, zoals zo vaak?

Weggooien doe ik hem niet. Wie wil mag hem komen halen. Basgitaar + versterker. Een kleine vergoeding kan afgesproken worden maar zal de waarde van een avondje pinten drinken op café niet overtreffen. Oh ja, het is niet zomaar een basgitaar. Axl Peleman heeft er nog op gespeeld! Ok, het gaat over een halve minuut tijdens de basles, om de gitaar te stemmen. Maar toch. Axl Peleman heeft er nog op gespeeld!

Dus bel me, schrijf me, spreek me aan op café indien u zich de nieuwe eigenaar wil noemen van een basgitaar.

Hierbij het enige liedje dat ik ooit volledig heb kunnen spelen op bas. Man, toen swingde ik erop los!


1, Merksem, Het Smurfenlied (1977)


Mijn chauvinistisch kantje kwam wel aan zijn trekken, daar in New York. Belgisch bier in elk café, parasols van Stella Artois op terrasjes in Manhattan, een levensgrote advertentie voor de Belgian Chocolate van Godiva op Fifth Avenue, een drukbezochte tentoonstelling van Francys Alys in MoMa ... En toen ik bij aankomst uit de metro stapte in Brooklyn dan was bovenstaand beeld het eerste wat ik zag (goed kijken): De Smurfen! Mijn Brooklyns gezelschap/gids J. was er moeilijk van te overtuigen maar ja hoor, ook De Smurfen zijn Belgisch. Waarschijnlijk ons meest bekende exportproduct.

Ik weet het niet meer maar volgens de bomma was ik op 1-jarige leeftijd een grote fan van het Smurfenlied. Haar woorden: "hij kon amper staan maar als we het Smurfenlied opzetten dan was hij niet te houden: en maar schudden met die pamper". Gisterenavond kreeg ik nog een compliment over mijn flexibele heupen, wel dat is allemaal te danken aan dit swingend nummer.

Binnenkort in de cinema: De Smurfen op avontuur in New York. Wie smurft er mee?


13, Merksem, Here's Where The Story Ends (1990)

Zondagavond, zeven uur. We zijn in de auto op weg naar huis. Papa aan het stuur, mama ernaast, drie kinderen op de achterbank. Zoals elke zondag rijden we van de Van Praetlei in Merksem naar de Marialei in Schoten. In de Van Praetlei wonen bomma en bompa Daems. In de Marialei wonen wij. Bij bomma en bompa werd er altijd gespeeld: bij goed weer voetbalden we in de tuin, bij slecht weer speelden we met de kaarten of met de autootjes. Bomma vulde haar kruiswoordraadsel van de Story in en babbelde gelijktijdig de middag vol. Bompa zat in zijn zetel naar tv te kijken, naar de koers of naar een Frans programma waarin kinderen om de beurt iets muzikaal mochten doen. Hij zweeg meestal.

We aten altijd pistolets, vaak met frikadel en kriekjes, soms serveerde bomma zelfgemaakte kaaskroketten. "Ge moet goed eten, hé!" zei bompa altijd, soms gespeeld streng, vaak echt streng. "Attention, hé!" Bij het horen van de begintune van Studio Sport verplaatsten de mannen zich naar de zetel. Daarna was het tijd om naar huis te gaan. We kregen altijd een snoepje als we doorgingen. We moesten daarvoor wel een natte bommakus of drie doorstaan.

We zijn in de auto op weg naar huis. "Kom, we laten ons doen" zei één van ons op de achterbank. Dan moest je zo "los" mogelijk zitten op de autozetel zodat je met elke bocht je evenwicht verloor en viel, ofwel naar de deur, ofwel naar je broer/zus naast jou. Papa reed dan al wel eens wat wilder door de bocht. Gegiechel alom.

We staan voor het enige verkeerslicht tussen de Van Praetlei en de Marialei. Papa telt 1, 2, 3 en dan werd het elke keer groen, net op de 3. Hoe doet hij het toch? "Gaan we nog eens een vliegtuig nadoen papa?" In de laatste rechte lijn naar ons huisje rijden we dan heel traag en heel langzaam versnellen we: sneller en sneller, tot we in gedachten opstijgen. Recht naar de maan want die wees toen altijd de weg naar huis.

Eén zondagavond zagen we vallende sterren tijdens de korte autorit. "Nu mogen jullie een wens doen" zei mama. Ik twijfelde een halve seconde tussen "ik wil alles hebben van Playmobil" en "ik wil dat mijn papa terug goed kan stappen" en koos voor het laatste.

Thuisgekomen was er enkel nog tijd voor pyjama aandoen, tandjes poetsen en hup het bed in met een stripverhaal. Daarna moest het licht uit op de kamer. Op de gang mocht het aanblijven.

Zo lang het zondagavond was, konden we maandagochtend blijven uitstellen.










20, Merksem, Alleluia (1996)


Alert, alert, het is vaderdag vandaag. Toch voor de Antwerpenaren onder ons (zijn er Antwerpenaren in de zaal ... hell yeah!). Dus niet vergeten uw papa te sms'en he, mocht dat nog niet gebeurd zijn.

Het volgend muziekje zit al lang klaar. Eindelijk is het 19 maart en is er een aanleiding om het hierop te zetten. Mijn papa schrijft muziek en hij doet dat goed. Check zeker www.toondaems.be voor al zijn verwezenlijkingen tot nu toe. Van luisterliedjes over kerkmuziek tot kindermusicals. Hij doet het allemaal. Dit vind ik zijn pronkstuk, zijn magnus opus. Vergeet de Hallelujahs van Jeff Buckley en John Cale, ja zelfs die van Leonard Cohen en Händel (over Natalia en Gabriel Rios hebben we het uiteraard helemaal niet). De ultieme Alleluia is die van Toon Daems.

De liefde voor muziek heb ik geërfd van mijn vader, het talent helaas niet. Naar het schijnt slaat dat telkens een generatie over. Ik ben eens benieuwd. Naast superklimmer in de Tour de France, gevierd schrijver, arts zonder grens en topmodel zal mijn zoon dan ook nog eens prachtige muziek gaan maken? Wauw. Wees gerust, naast bovenstaande bezigheden mag hij zijn hobby's zelf kiezen hoor. Daar zullen mijn vrouw en ik nogal flexibel in zijn.

Genoeg gezeverd. Tijd voor echte muziek. Maak het stil, doof het licht, ontsteek een kaars en geniet van Alleluia.

Oh, één momentje nog voor wat reclame: op 17 april kan je zijn Markuspassie gaan beluisteren in de Sint-Cordulakerk van Schoten. Alle informatie vind je hier. U zal het zich niet beklagen!

21, Merksem, The Last Cigarette (2008)

Op 1 februari 1998 rond middernacht zat ik op de trappen van De Volkslust in Merksem. Ik haalde de laatste sigaret uit mijn pakje L&M en stak hem aan. Naast mij rolde Koen F. zijn laatste restje tabak tot een sigaret. We rookten samen terwijl er binnen in de zaal gefeest werd. Na de laatste trek gooide ik mijn sigaret op de grond en trapte de peuk uit. "Ik ben een niet-roker" zei ik hardop tegen wie het wilde horen.

Nu zijn we 13 jaar later en ik ben nog steeds een niet-roker. Met dank aan het boek van Allen Carr, met dank aan mentor Koen F., met dank aan de mama die mij elke keer opnieuw afkeurend aankeek als ze me zag roken en met dank aan iedereen die ik vergeten ben.

Mijn portefeuille is u ook dankbaar, al durf ik niet uit te rekenen hoeveel franken en euro's ik heb uitgespaard op 13 jaar tijd door te stoppen met roken. Want waar is dat geld dan naartoe?

Een dikke "jeej!!!" voor iedereen die gestopt is met roken, voor iedereen die nog zal stoppen met roken een aanmoedigende "go!go!go!" en voor iedereen die nooit gerookt heeft: "u weet wat u mist, proficiat daarvoor".

En hoe het Koen F. vergaan is, dat moet u hem zelf maar eens vragen.
(dit laatste zei hij met een dikke knipoog, he Koen ;-) )