11, Schoten, I'm A Believer (1966)

Het zit vol kleurstoffen, het is gevuld met het vergif suiker en allerlei kwalijke bewaarmiddelen. De smaak is na drie keer kauwen helemaal weg en wat rest in je mond lijkt op een kauwgom maar dan wel één die al jaren op een kassei van de Grote Markt heeft geplakt en waar hordes toeristen zijn over gewandeld. En honden. En de paarden van de paardentram.

Toch steek ik dezer dagen af en toe zo'n kleurrijk kauwgomballetje in mijn mond. Want het neemt me mee terug in de tijd. Na elke voetbalmatch met Simikos kregen we van onze 'afgevaardigde' een bonnetje om iets te nuttigen in de kantine. Dat ging dan meestal op aan een fris colaatje (bij aangename temperaturen) of een tas dampende oxo (in de winter). Maar als we wonnen dan kregen we twee bonnetjes. Jongens, jongens, wat een feest. Dat tweede bonnetje werd dan gebruikt om een zakje chips te kopen (mmmm) of een reep tutterfrut, want zo noemden wij kauwgom toen.

Ook toen al was de smaak van zo'n balletje heel snel uitgewerkt. En wat deed ik dan? Een nieuw balletje in mijn mond steken (let wel: zonder het eerste balletje uit de mond te halen). Dan volgde een derde, een vierde, een vijfde, ... tot er een soort strandbal van plaksel en kleur in mijn mond groeide. Heerlijk.

Dus toen ik die reep balletjes vorige week, een jaar of 25 later, in het Kruidvat zag liggen, twijfelde ik niet. Meenemen, die handel. 59 eurocentjes verloren en uren kauwplezier gewonnen!

Muzikaal voorzie ik vanavond dé bubblegum-hit aller tijden: The Monkees met I'm A Believer.